Op 13 maart 1741 werd er in Wenen een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Jozef Benedictus August Johan Anton Michaël Adam.
Jozef was het derde kind en de eerste zoon van keizer Frans I Stefan en Maria Theresia van Oostenrijk.
Jozef had elf zussen:
– Maria Elisabeth
– Maria Anna
– Maria Karolina
– Maria Christina
– Maria Elisabeth
– Maria Amalia
– Karolina
– Johanna Gabriela
– Maria Josepha
– Maria Carolina
– Marie Antoinette
Jozef had vier broers:
– Karel Jozef
– Leopold II
– Ferdinand Karel
– Maximiliaan Frans
Op 6 oktober 1760 trouwde Jozef met prinses Isabella van Parma.
Jozef en Isabella kregen samen twee kinderen:
– Maria Theresia
– Christina
De jongste dochter van Jozef en Isabella, Christina, overleed bij haar geboorte. Zijn vrouw Isabella overleed vijf dagen later aan de pokken. Jozef kon de dood van zijn vrouw en dochter niet verwerken, maar hertrouwde toch.
In het jaar 1765 volgde Jozef II zijn vader op als keizer en werd mederegent van zijn moeder in de landen van de Habsburgse monarchie. In de binnenlandse politiek streefde hij naar centralisatie van het bestuur, waardoor hij in conflict raakte met de Hongaren en de Zuidelijke Nederlanden. De Hongaren kon hij nog tevreden stellen door de maatregelen in te trekken.
Op 23 januari 1765 hertrouwde Jozef met prinses Maria Josepha van Beieren.
De verhouding tussen Jozef en Maria Josepha had weinig van een sprookje. In het openbaar liet Jozef zich laatdunkend uit over de lelijkheid en het afstotelijk uiterlijk van zijn vrouw. Zij leed namelijk aan een chronische huidziekte. Dit huwelijk bleef kinderloos. Twee jaar later stierf Maria Josepha, ook aan de pokken.
Onder invloed van het kameralisme was hij ervan overtuigd dat het welzijn van zijn volk gegarandeerd werd door de kracht van de staat. Jozef II zorgde ervoor dat geen enkele boer nog langer als lijfeigene beschouwd mocht worden. Hij streefde ernaar de Kerk ondergeschikt te maken aan de staat. Jozef II reisde zelfs naar Rome om invloed uit te oefenen op de pauskeuze. Hij lijkt succes gehad te hebben; de nieuwe paus Clemens XIV hief in 1773 de Jezuïetenorde op. Met het tolerantie-edict werd sinds 1781 een vrij grote mate van godsdienstvrijheid gewaarborgd.
Hij maakte tijdens zijn regering een einde aan het uitgebreide hofceremonieel zoals dat door Joan Raye jr. beschreven werd. Bij keizerlijke audiënties hoefden geen kniebuigingen meer gemaakt te worden. Het Pruisische uniform verving de Spaanse gewaden. Hofdignitarissen werden niet meer op staatskosten onderhouden en alleen op nieuwjaarsdag was er nog een gala-ontvangst.
Jozef II heeft een grote invloed gehad op het strafrecht. Hij streefde naar een diepgaande hervorming van de Constitutio Theresiana Criminalis van zijn moeder Maria Theresia. Op 13 januari 1787 tekende hij te Wenen de afkondiging van het Allgemeines Gesetz über Verbrechen und derselben Bestraffung.
Op 20 februari 1790 overleed Jozef.